Merk je dat je de laatste tijd minder zin hebt om te sporten? En wil je hier graag wat aan veranderen? Lees dan dit artikel met handige motivatietips. Het beste is om te achterhalen wat je motivatie ondermijnt. Hieronder staan een aantal veel voorkomende redenen die voor een motivatiedip kunnen zorgen.
Heb je wel helder wat je drijfveren zijn?
In zijn blog ‘motivatie’ beschrijft Hoogleraar sportpsycholoog van Yperen dat drijfveren een heel belangrijk component is van motivatie. De mate waarin je gedreven bent bepaalt hoeveel energie je wilt leveren.
Merk je dat je weinig motivatie voelt om te sporten is het allereerst goed om helder te hebben wat je drijfveren zijn om te sporten? Wat vind je leuk aan de sport die je doet? Of misschien vind je sporten vooral belangrijk omdat je lang fit wilt blijven. En sluit de manier waarop je momenteel de sport beoefent hier nog op aan?
Als je dit meer helder hebt krijg je een beter beeld van wat je drijfveren zijn en of de doelen die je hebt opgesteld hier wel goed op aansluiten.
Geen duidelijk plan
Een ander belangrijk punt waar een dipje door kan ontstaan is als je niet goed weet waar je mee bezig bent. Dit komt bijvoorbeeld voor bij mensen die een standaard trainingsschema hebben gekozen en vervolgens weinig idee hebben waar ze mee bezig zijn.
Voordat je begint met een sport helpt het om een duidelijk een trainingsplan op te stellen die bij jouw situatie past.
Daarbij werkt het motiverend om doelen op te stellen die aansluiten op je trainingsplan. Bijvoorbeeld woensdag tijdens de training ga ik een uur lang rond de 75 procent van mijn maximale hartslag hardlopen en let ik op mijn looptechniek. Ik ga op mijn voorvoeten lopen in plaats van op mijn hakken.
Bij twijfel over je trainingsschema is het altijd goed om een trainer te raadplegen die er verstand van heeft.
OVerbelasting
Veel sporters beginnen heel fanatiek. Ze eisen hiermee vaak te veel van hun lichaam. Hierdoor kun je te veel vermoeidheid opbouwen. Dit gaat ten koste van je energie en doorzettingsvermogen en vergroot de kans op blessures.
Het is belangrijk om te zorgen voor een goed trainingsplan dat aansluit op jouw situatie. Ben je een duursporter die zichzelf lastig kan afremmen. Dan is het de overweging om met een hartslagmeter te trainen.
te hoge verwachtingen
Een beginnende wielrenner kan bijvoorbeeld niet verwachten dat hij na 3 keer fietsen met wielrenners kan meekomen die al jaren op de fiets zitten. Het is dan ook belangrijk om realistische verwachtingen te hebben.
Ditzelfde geldt ook voor iemand die net is begonnen met fitnessen of hardlopen. Je kunt niet verwachten dat je na een paar keer sporten net zo goed kan presteren als iemand die de sport al jaren beoefent.
te veel gericht zijn op de uitkomst
Veel sporters zijn erg gericht op de uitkomst. Bijvoorbeeld ik wil 5 kg spiermassa hebben opgebouwd in 3 maanden of ik wil sneller zijn dan de anderen waar je mee fietst of hardloopt.
Het kan leuk zijn om competitief bezig te zijn en te willen winnen, maar mijn advies is om je vooral ook te richten op het proces. Op het proces heb je namelijk in tegenstelling tot de uitkomst veel meer invloed. Daarnaast zijn er altijd mensen die beter dan je zijn. Als je teveel gericht bent op de uitkomst gaat dat vroeg of laat frustreren.
Wanneer je op het proces focust richt je je op welke vaardigheden je wilt ontwikkelen om beter te worden. Bijvoorbeeld als verdediger in een voetbalteam kunnen dit verschillende vaardigheden zijn, zoals kopduels leren aangaan, slidings leren inzetten, jezelf leren positioneren ten opzichte van je tegenstander etc. Vervolgens stel je hier procesdoelen voor op.
Een procesdoel kan bijvoorbeeld zijn, woensdag ga ik tijdens de voetbaltraining mezelf focussen op dat ik als verdediger mijn tegenstander aan de binnenkant blijf dekken. Dit doel draagt eraan bij dat je een betere verdediger wordt wat vervolgens de kans verkleint dat de tegenstander scoort.
je niet op een goede manier met anderen of met jezelf vergelijken
Als je jezelf met anderen vergelijkt doe dit dan op een constructieve manier. Zie de prestatie van anderen als een inspiratie, in plaats van dat je zelf niet goed genoeg vindt
Maar ook wanneer je je met je oudere versie vergelijkt is het goed om je hier niet door te laten demotiveren. Het kan zijn dat je vroeger sterker, sneller of ergens beter in was.
Misschien was je vroeger wel meer aan het sporten, krachtiger vanwege je leeftijd en of sloot je leefstijl beter aan op je sportleven. Probeer hier inspiratie en lering uit te halen. Richt je ook vooral weer op het huidige moment en probeer te genieten van je eigen leerproces.
Je resultaten niet bijhouden
Wat erg motiverend kan werken is om je resultaten bij te houden. Maak bijvoorbeeld een trainingslogboek. Hierbij schrijf je op wat er goed ging en wat je de volgende keer beter gaat doen. Dit kan bijvoorbeeld in een Excel bestand of een fitness schema. Door je resultaten bij te houden weet je beter hoe met je doelen gaat en wat wel of niet werkt. Richt je hierbij ook op hoe het met je procesdoelen gaat.
Het kan ook handig zijn om je voeding, stress en slaap te loggen. Het is belangrijk om deze drie aspecten op orde te hebben als je optimaal wilt presteren.
andere zaken in je leven vragen te veel aandacht
Er kunnen ook momenten in je leven zijn waarbij je niet altijd alles kan geven op sportgebied en geen vooruitgang boekt. Bijvoorbeeld wanneer je een stressvolle gebeurtenis hebt meegemaakt. Het is belangrijk om dit te accepteren en het beste uit de situatie te halen.
Geschreven door Erik van FIT. nl