Of je nu op professioneel niveau fietst of zo nu en dan gaat wielrennen, je sprint verbeteren is altijd goed. Zowel fysiek als tactisch moet je op een paar dingen letten. Vijf tips van B’Twin!
1) Trainen!
Welke fietstechniek je ook wilt verbeteren, de eerste tip is simpel: trainen! Je sprint verbeteren is dus geen uitzondering. Door intensieve intervaltraining zul je merken dat je aan kracht wint. Neem tijdens een warming up van ongeveer 20 minuten al enkele korte sprintjes om je lichaam voor te bereiden op het zwaardere werk. Sprint daarna gedurende 35 seconden en geef daarbij alles wat je aan kracht in je hebt. Fiets hierna zo’n 5 minuten in een rustig tempo om bij te komen en herhaal deze oefening 5 keer.
2) Spaar je energie
Een eindsprint gebeurt niet alleen in de laatste 200 meter. Hoe je tijdens de rest van de koers fietst, bepaalt de hoeveelheid energie die je tegen het einde nog over hebt. Sprinters zie je maar zelden tijdens de koers in de kop van het peloton. Ze bevinden zich veelal uit de wind, in het wiel van een andere wielrenner. Op die manier besparen ze kracht en energie voor de cruciale eindsprint.
3) Neem een strategische positie in het peloton
Wanneer het einde in zicht komt, moet je jezelf dicht bij de kopgroep van het peloton positioneren. Zorg dat je uit de wind blijft, en hou altijd rekening met het feit dat je niet teveel achterin blijft. Dit is een strategisch spel: te ver achterin breekt je op in de eindsprint, maar als je te snel op kop komt is de kans een stuk groter dat je voor de meet nog wordt ingehaald. Kruip bijvoorbeeld in het wiel van een concurrent waarvan je weet dat die een goede eindsprint in huis heeft. Blijf erachter vóór de eindsprint en ga hem pas voorbij in de laatste 100 à 200 meter.
4) Kies de juiste versnelling
Probeer tijdens het trainen verschillende versnellingen uit. De ideale versnelling moet je kiezen aan het begin van je sprint: dit maakt een groot verschil op het moment van de eerste demarrage. Hou je handen in de beugels van je stuur en buig je rug voorover. Deze positie is aerodynamisch en met je rechterhand kun je de versnellingen bijschakelen.
5) Kies het juiste moment
Er zijn veel aspecten die meespelen bij een eindsprint, en de wind is hier een van. Heb je wind mee? Dan kun je de sprint eerder beginnen dan wanneer je wind tegen hebt. Als de laatste meter in een bocht vallen, is de kans groot dat een renner probeert te ontsnappen voor die bocht. De ene wielrenner kan op hoge snelheid een lange sprint fietsen, andere renners zijn juist explosief maar houden die snelheid niet lang vol. Je maakt meer kans als je rekening houdt met het type sprinters waar je mee te maken hebt. Bij een eindsprint is ervaring net zo belangrijk als snelheid!
Sprint verbeteren: extra tips?
Heb je andere tips om je sprint te verbeteren? Laat ze achter in de comments!
;){kind=link}