De enige reden dat ik ooit ‘ja’ heb gezegd tegen een blind-date met mijn (nu) man, is dat ik wist dat hij in zijn eentje maanden door Zuid-Amerika had gefietst. Ik kwam net terug van een soloreis op de fiets door Europa, dus we hadden iets om over te praten. Hij een wereldfietser, ik een Europafietser, maar beiden vakantiefietsers en ondertussen hebben we ook samen al de nodige tochten gemaakt.
Mijn eerste fietsvakantie
Voor mij begon de verslaving exact tien jaar geleden, toen mijn broer vroeg of ik met hem in de zomer naar zuid Frankrijk, naar onze geliefde Provence, wilde fietsen. Ik verklaarde hem voor gek, maar een uur later was ik omgepraat en zaten we samen routes uit te zoeken. Dat eerste jaar was afzien, maar het was ook zó gaaf. We hadden veel teveel spullen mee want we hadden onderschat hoe het voelt om alles de heuvels en bergen over te krijgen, we hebben anderhalve week door de regen gefietst en mijn knieën gaven het halverwege op. Maar wat kregen we er veel voor terug! Reizen op de fiets is zoveel mooier dan wanneer je met 130 kilometer per uur door een landschap raast: je ziet en hoort alles, je ruikt zoveel meer, je beleeft het intenser. Alles samen resulteerde dat in een unieke vakantie van een broer en een zus, eindeloze vergezichten, goede verhalen, mooie ontmoetingen en ontzettend veel voldoening.
Wat vooral niet meenemen
De jaren daarna heb ik mezelf geperfectioneerd in het ‘vakantiefietsen’. Eerst nog een jaar met mijn broer, toen in mijn eentje en de laatste jaren met mijn man. Na de eerste fietsvakantie wist ik welke spullen ik echt mee moest nemen (naast het voor de hand liggende als bijvoorbeeld een tent): waterdichte fietstassen, goede regenkleding, goede fietsbroekjes, een powerbank en wat reparatiespullen. Nog belangrijker was dat ik wist wat ik vooral niet moest meenemen; teveel shirtjes (en zeker geen katoen), een spijkerbroek (waarom?!), twee paar schoenen (volledig overbodig), een extra jas (waarvoor precies?), en een volledige pannenset (alsof we een driegangenmaaltijd op ons brandertje gingen maken).
De afgelopen tien jaar heb ik geleerd dat het klopt wat ze zeggen: ‘alles wat je niet meeneemt op de fiets, is mooi meegenomen’. Dat eerste jaar dachten we nog dat het wel mee zou vallen, als je eenmaal rolt, dan rol je toch door? Dat klopt ten dele wel, maar als je de bergen ingaat vervloek je al die onnodige kilo’s toch vrij snel. Klein, lichtgewicht en alleen het noodzakelijke, dat werd hoe ik mijn tassen voortaan zou inpakken.
Mijn mooiste fietsreis
Mijn mooiste fietsreis? Dat vind ik moeilijk, ze zijn allemaal zo anders geweest. Laat ik er kort drie noemen: vier maanden in mijn eentje door Europa in 2013, van vrieskou tot bloedhitte, van eenzaamheid tot gezellige limoncello-avonden. Vervolgens IJsland, in de zomer van 2016. Met mijn man, 3,5 week over dat fantastische eiland heen. Alles gezien wat we wilden zien, de tent kunnen neerzetten bij een waterval als we daar zin in hadden en bijna geen regen! De laatste die ik graag vermeld is de reis van afgelopen zomer: met mijn broer, net als negen jaar eerder, drie weken op de fiets en samen in een tent, fietsend naar Rome. Ik voel me bevoorrecht dat ik dit met hem kon doen en delen, dat wij als volwassen broer en zus drie weken zo intensief met elkaar hebben kunnen beleven!